Jouw broer zit toch bij de marine?
Dan zal hij wel heel groot en sterk zijn.
Ik zit met Titti (Tiziana voor non-insiders) in een barretje in Genova-Nervi. Een buitenwijk van het prachtige Genua, dat uit twee delen bestaat. Je hebt het centrum aan zee met typisch Italiaanse woningen, gezellige pleintjes en winkels. Er loopt een promenade langs de zee en daar is het beter toeven dan op een van de strandjes. Helaas zijn die aan dit gedeelte van de kust niet zo geweldig.
Dan heb je ook nog het bovengedeelte van Nervi. De beide delen worden gescheiden door de provinciale weg die langs de hele kust loopt. In het bovengedeelte van Nervi staan prachtige woningen. Luxe villa’s en palazzi met de typisch Ligurische luiken en enorme tuinen die tropisch aandoen.
Ik ben inmiddels al 2 maanden als ragazza alla pari werkzaam bij de familie Bologna in Genova-Nervi. Ze hebben een prachtig pand, type zoals ik hierboven beschreven heb. Mijn kamer is helemaal boven. Een slaapkamer met bureau, kast en een douchehoek en daarnaast nog een kleine badkamer met toilet en wastafel. Voor een jong meisje van net 20 jaar meer dan prima. In de ochtend ben ik vrij en bestudeer ik twee lessen Italiaans. Dat is namelijk mijn doel: ik wil Italiaans leren spreken. Lunchen doe ik samen met de familie waarna ik de rest van de middag voor hun twee dochters zorg. Op zondag ben ik vrij en ontdek ik de omgeving.
En nu zit ik dus hier in dit barretje met het oudste meisje van 9 jaar. Ik denk even aan mijn broer die inderdaad sinds een paar maanden bij de marine zit. Nederland lijkt nu even ver weg en hoewel ik het prima naar mijn zin heb in Italië, voel ik toch even iets van een vleugje heimwee.
“Si, hij is groot en sterk. Hij heeft wel zulke schouders”, antwoord ik haar en tegelijkertijd duid ik met mijn twee handen een stuk van ongeveer een meter aan. “Aaaaaah, Ierma”, buldert Titti uit en schiet zowat onder de tafel van het lachen. Om me heen verstommen gesprekken en de mensen aan de tafeltjes kijken ons geschokt en afwisselend geamuseerd aan.
Ik kijk verbaasd naar Titti en ineens begint het me te dagen waarom mijn opmerking over mijn broers schouders zo hilarisch is.
In mijn drive om al zo vloeiend mogelijk Italiaans te spreken, heb ik in plaats van schouders iets heel anders gezegd. In plaats van spalle heb ik palle gezegd en dat is heeeeel iets anders. Ten overstaan van dit 9-jarige meisje en de hele bar in Genova-Nervi heb ik zojuist verteld, dat mijn broer ballen van een meter breed heeft. …
Dat dus.
Tja, het gebeurt. En het gebeurt me soms nog steeds. Maar hoe gênant de situatie op het moment zelf soms ook is, achteraf kan ik er smakelijk om lachen en levert het geweldige verhalen op.
Zo zei ik in datzelfde alla pari avontuur een keer aan tafel tijdens het diner “Fa già scuro” waarop de hele familie me niet begrijpend aan keek en vertwijfeld om zich heen begonnen te kijken. De meiden begonnen al snel te lachen. “Ierma, devi dire buio”. Ik wilde zeggen, dat het buiten al donker was, maar in Italië is donker buio wanneer het buiten donker is en scuro wanneer het een donkere kleur is. Begrijp de verwarring.
Het verhaal over eerste voorval met de schouders kent mijn hele familie en vriendenkring inmiddels wel. Op de een of andere manier zit de verspreking ook nog steeds in mijn systeem en dus gebeurt er iets in mijn hoofd op het moment, dat het over schouders of ballen gaat. Ik weet prima wat wat is, maar ik ervaar een soort kortsluiting waardoor ik extra voorzichtig ben met het uitspreken van ieder woord dat maar op palle lijkt. Soms is het echter geheel legitiem, want je hebt tenslotte ook tennisballen, voetballen etc.
Nu wil het geval, dat het woord palle ook wel op het Nederlandse woord palen lijkt. Palen voor het terras, om te bouwen … in die trant. Toen onze aannemer annex burgemeester dus prachtige houten palen voor het nieuwe terras bij een van de appartementen af kwam leveren, liep ik net achterom. En ja hoor, daar was de kortsluiting weer. Ik riep Beppe enthousiast toe: “Ma Beppe, che belle palle che hai!”
Beppe keek me stoïcijns aan, maar Fred die er bij stond kon je opvegen. Je zegt ook niet elke dag tegen de burgemeester, dat hij mooie ballen heeft.
We lachen erom en we gaan gewoon verder, want zonder praten, leer je het nooit. Inmiddels spreek ik vloeibaar Italiaans, maar ik zal me zeker nog vele malen vergissen of verspreken. Zorgt vast weer voor mooie nieuwe herinneringen.
En jij? Wat is jouw grootste taalfout ooit?